Jaarthema 2021

Geplaatst op 16 december 2020

Elk jaar kiest het Nationaal Comité 4 en 5 mei een thema dat inspireert om herdenken en vieren aan elkaar te verbinden en om de historische gebeurtenissen in verband te brengen met de actualiteit wereldwijd. 

In 2019 en 2020 herdachten we het einde van de Tweede Wereldoorlog en vierden we dat we sindsdien weer in vrijheid leven. In verschillende nationale en regionale projecten werd op de jaren tussen de bevrijding en het heden gereflecteerd: wat heeft de afgelopen 75 jaar betekend? Hoe gaan we om met vrijheid, hoe verantwoordelijk voelen we ons daarvoor en wat vraagt het aan inzet van onszelf en anderen?

Nu het stof van dit in alle opzichten ongewone jubileumjaar is neergedwarreld, maken we pas op de plaats. Het jaarthema van 2021 is dan ook na 75 jaar vrijheid. Dit is een jaar waarin we de balans opmaken: waar staan we nu? Hoe vrij zijn we in 2021?

Na het herstel van de vrije democratische rechtsstaat in Nederland na de oorlog zijn sterke instituties – nationaal en internationaal – opgebouwd om voorwaarden voor vrijheid te verzekeren: een democratisch politiek bestel en een betrouwbaar rechtssysteem verzekeren economische en sociale rechtvaardigheid in ons land. Door deze randvoorwaarden zijn weer allerlei vormen van maatschappelijke vrijheid mogelijk: vrijheid van meningsuiting, godsdienst en onderwijs, en individueel zelfbeschikkingsrecht. De afgelopen 75 jaar zijn nieuwe vrijheden bevochten en daaraan toegevoegd: denk aan de emancipatie van vrouwen, met name vanaf de jaren zestig en zeventig, of de legalisatie van het homohuwelijk in 2001. We hebben een veelheid aan vrijheden vergaard en hebben zo meer mogelijkheden dan ooit.

Toch gelden die verworvenheden in de praktijk nog niet voor iedereen in even grote mate. Het is zaak om ervoor te zorgen dat iedereen in ons land even vrij is om de juridische, economische en sociale mogelijkheden ook daadwerkelijk te kunnen benutten. Maatschappelijke spanningen zijn daarbij onvermijdelijk en komen soms voort uit verschillende vormen van vrijheid die met elkaar kunnen botsen. Zo heeft de uitbraak van COVID-19 de verhouding tussen individuele vrijheid en veiligheid op scherp gezet: door te gaan en staan waar we willen, brengen we mogelijk de veiligheid van anderen in gevaar. Denk ook aan artikel 23 van de grondwet: een artikel dat scholen onderwijsvrijheid biedt, maar ook kan leiden tot uitsluiting van bepaalde groepen leerlingen.

Dergelijke maatschappelijke spanningen nopen ons na te denken over de fundamenten van onze vrijheid. Precies daarin schuilt de uitdaging voor de toekomst: wat is ervoor nodig om die de komende 75 jaar nog verder te verstevigen?